Al sinds mijn vroege jeugd ben ik bekend met de binnenstad van Enschede. Het uitgaan, de alcohol en de dames hebben me flink wat jaren beziggehouden. Tot voor kort. De tijden van het hersenloos doorgaan tot de zon opkomt in de stad heb ik achter me gelaten. Ik heb mijn rug er naar toe gekeerd. Een openbaring was de oorzaak. Om in het hierna volgende betoog mijn punt duidelijk te maken, heb ik gekozen voor misschien wel de bekendste uitgaansplek in Enschede, Aspen Valley. Vat het niet verkeerd op, wat er zo meteen beschreven wordt, slaat op 9 van de 10 uitgaansgelegenheden , en niet alleen op Aspen Valley.
Te beginnen met een introductie van de tent der verdoemenis.
Aspen kent zijn hoogtij dagen op de donderdag en zaterdag. Studententent door de week, waar het weekend voor het jongere uitgaanspubliek is. Brallers, brassers, feuten, eindbazen, 15-jarige BrE3ZaHs en Justin Bieber fucktards. Op zaterdag staat er ook simpel tuig tegen de bar. Op woensdag is de tent trouwens gereserveerd voor het HBO en de UT, met vage themafeesten. Waar niemand bij komt opdagen.
De aankleding binnen is verzorgd door een Beierse timmerman met één hand zonder adequate opleiding. Aprés Ski-stijl heet dat. Er wordt gesuggereerd dat er Grolsch uit de tap stroomt, maar het vage, pisgele goedje blijft onderwerp van discussie. Het artificiële laagje ‘schuim’ lijkt regelrecht uit de spoelkeuken te komen. Die hebben ze trouwens niet eens, een keuken, het bittergarnituur komt van de snackbar om de hoek.
Dan de muziek, of eigenlijk het gebrek daaraan. Ik ben geen muziekkenner, maar 30-seconden samples van nummers horen eerder thuis in de I-tunes store dan in een club. Snap ze ook wel hoor, als je langer dan een halve minuut een artiest draait moet je rechten betalen. En dat gaat ten koste van de bottom-line. Ook de diversiteit van de genres die voorbij komt zal je verbazen. Mix alle Hitzones 1 t/m78 samen met alle Thunderdome albums en je krijgt een idee van de mengelmoes. Volgens het personeel willen ze zich niet conformeren aan een bepaalde muziekstijl per avond. Nee, Nirvana back-to-back met de gebroeders Ko staat lekker op je flyers.
Goed, ook al is de muziek zware bagger, het is dansbaar. Zou je denken. Niet in Aspen. De Beierse timmerman schijnt het leuk te hebben gevonden om op elk meest onlogische plekje een trappetje te bouwen. Of vage doorgangen, met rare hekjes en kniehoge opstapjes. Geen wonder dat er een paar jaar geleden iemand (weliswaar met zijn dronken kop) van de trap gedonderd is en zijn nek brak. Hoe dan ook, dansen is in deze Wipe-out constructie uitgesloten. De trechter naar de draaibar zorgt ervoor dat je constant ass-to-cock staat. Bij iemand van het vrouwelijk geslacht zou ik daar geen problemen mee hebben, maar de ratio m/v is 9/1. You do the math. Mocht je toevallig de goede 30 seconden van je favoriete liedje horen, hou je dan toch een beetje in. Voor de uitsmijters lijkt dansen verdacht veel op vechten in de drukte, en sta je zo buiten.
Ik kan deze bash eigenlijk nog wel een paar pagina’s doorzetten, maar mijn punt is hopelijk duidelijk. Vandaar mijn vraag aan de mensheid: ‘Waar in (voeg hier de naam van je favoriete god toe)- naam zijn we mee bezig?!’ Hoe kan het toch dat we in een zo geroemde ‘vrije maatschappij’ we ons vrijwillig als beesten in de meest verrotte stinkende hokken die we ‘clubs’ noemen begeven? Alles onder het motte ‘lekker uitgaan, heerlijk ontspannen, Woohoe weekend’. Vraag jezelf dan eens af, als je op zondagmiddag wakker wordt, al dan niet met een kater, en/of met een lelijke dame naast je, terwijl je er meer geld erdoorheen gejaagd heb dan nodig was; Is er niets leukers/nuttiger/goedkoper/educatiever te vinden om te doen met onze toch al zeldzame vrije tijd?
We zijn niet ‘vrij’ zolang we elke woens-/donder-/vrij-/zaterdag in tenten staan zoals Aspen en teveel geld betalen voor een zo iets simpel goedje als bier.
Slaven van horecabazen zijn we. Niet meer niet minder.